Het is straks 20 jaar geleden dat Olivier Bourguignon en zijn vrouw hun intrek namen in deze 18e-eeuwse boerderij en er stap voor stap een klein culinair paradijs van maakten. De chef geeft de voorkeur aan mooie streekproducten. Een man van de streek maar ook van het land, zeker als we zien hoe hij zijn tuin verzorgt en groenten en kruiden kweekt die hij nadien in zijn creaties verwerkt. Trouwe klanten weten dat hij graag met smaken speelt. Hij maakt meteen indruk met een aantal originele hapjes vooraf, waaronder een klein ‘lokaal’ bladerdeegje met kaas van La Ferme du Samson in Gesves. Verder herinneren we ons de perfect bereide beekridder met Nieuw-Zeelandse spinazie en beurre blanc met een groene jus, net zoals de in hoeveboter gebakken rogvleugel met barigoule van venkel, artisjok, olijven, kappertjes en in azijn gedrenkte kappertjesbladeren die voor een heuse smaakexplosie zorgden. Echt super, net zoals dit restaurant zelf en de charmante omgeving waar je eventueel langer van kunt genieten dankzij de aanpalende gastenkamers.