Jean-Philippe Furnémont serveert een seizoenskeuken op basis van zoveel als mogelijk lokale producten. Als hapje opent hij sterk met tartaar van West-Vlaams rood rund, oester en basilicumcrème. Stukjes gerookte makreel serveert hij met rode ui, groene boontjes en mosterdzaadjes tussen twee krokantjes en is afgewerkt met crème van ganzenlever. Filet van jonge eend komt correct gebakken met verschillende structuren van wortelen en krachtige jus van het gevogelte. Het gerecht is knap afgewerkt met tempura van shiso wat voor een extra aangename toets zorgt.