Achter deze zuurstokroze gevel treffen we een lange toog waaraan een heleboel tapas worden klaargemaakt. Van de vele gerechten op de kaart kiezen we voor de zachte piquillos die opgevuld zijn met het beste stukje van de tonijn, de ventresca, terwijl de malse bao bun met pruimensaus aantoont dat deze chef ook een sprong kan maken naar andere delen van de wereld. Zozeer zelfs dat het restaurant op het moment van schrijven aankondigt dat het zich in de toekomst meer op de Italiaanse keuken zal richten, weliswaar met behoud van het sharing concept. Een goede manier om deze gastronomische keuketoog nieuw leven in te blazen.