De professionele fundamenten van veel restaurants zijn traditioneel gebouwd op een echtelijke of familiale band. In sommige gevallen nemen ook de tweede generatie of andere familieleden belangrijke taken op zich. Goed en evenwichtig geïntegreerd verstevigt dit verwantschap de basis waarop het restaurant gebouwd is. Meer zekerheid en gemoedsrust zijn vaak benoemde voordeelfactoren.
Vanuit een gedeelde passie voor ondernemerschap en familiebedrijven, zetten Gault&Millau en Delen Private Bank gepassioneerde familiale ondernemingen in de kijker. We bezochten restaurant Boury en spraken met chef Tim Boury, zijn echtgenote en gastvrouw Inge Waeles en zijn broer en managing partner Ben om te achterhalen wat familiaal ondernemen voor hen betekent.
Ben Boury: “Een belangrijk voordeel binnen een familiale onderneming is de structuur om de toekomst stevig te plannen. Zeker in de restaurant business die een volatiel karakter heeft, is het goed om stevige fundamenten te hebben. Vanuit die familiale band kan je beter op elkaar rekenen.”
Tim Boury: “Er moet al veel gebeuren om die stevige basis onderuit te halen. Dat kan uiteraard altijd, maar de kans is veel kleiner.”
Ben: “Binnen elk bedrijf is onderling vertrouwen heel belangrijk. In een familiebedrijf is dat er van in het begin bij de familieleden. Bij de andere medewerkers bouw je dat op en moet dat groeien. Het uitgangspunt en de incentives zijn uiteraard anders. We hebben met verschillende medewerkers dat vertrouwen kunnen opbouwen. Niets sluit uit dat professionele relaties met bepaalde medewerkers ook een familiaal karakter kunnen krijgen. Zo zien we een aantal van onze medewerkers wel eens op familiefeestjes omdat we hen als een deel van onze familie zijn gaan beschouwen. Zo’n band bouw je natuurlijk op wanneer er wederzijds vertrouwen is. Ik denk dat die cultuur van vertrouwen makkelijk organisch uit een familiebedrijf kan groeien, wat ik als een uitzonderlijk voordeel aanvoel.”
Tim: “Medewerkers voelen dat aan en gaan op zoek naar zo’n vertrouwensband om goed en met plezier te kunnen werken. Ze komen vaak uit een warm nest en zoeken een vorm van geborgenheid op het werk die ze thuis hebben meegekregen. Ze zijn daar gevoelig voor en beschouwen dat als belangrijk én als een voordeel.”
Ben: “We zijn een klein bedrijf en daardoor is het makkelijker om zo’n vertrouwensband te creëren. Die familiale sfeer wordt trouwens door onze gasten als zodanig ervaren. Wat logisch is want een echte familiale sfeer is zowel voor als achter de schermen aanwezig.”
Inge: “Veel van onze gasten komen al van in onze begindagen. Ze vertellen dat ze de gemoedelijke, familiale sfeer bijzonder waarderen en daarvoor graag terugkomen. Ze voelen zich thuis in een familiebedrijf.”
Ben: “Je moet oppassen dat discussies rond privézaken het zakelijke niet beïnvloeden. Het is bekend dat financiële kwesties of de verdeling van een erfenis of een scheiding een impact kunnen hebben op het zakelijk ondernemen.”
Tim: “Daarnaast kan er een clash van ego’s zijn. Gelukkig zijn we alle drie zeer complementair. We hebben elk ons eigen professioneel domein zodat we elkaar niet voor de voeten lopen.”
Inge: “Ieder heeft binnen het bedrijf zijn plaats en is in een bepaald domein het sterkst. Zo blijven we uit elkaars vaarwater, waardoor een potentiële valkuil vermeden wordt.”
Ben (lachend): “Stel u voor dat Tim en mezelf allebei de rol van chef zouden vervullen. Dan krijg je meteen meer kans op verschillende visies terwijl we nu elk onze eigen expertise hebben die ten dienste staat van het bedrijf. Let wel, er zijn restaurants waar broers samen succesvol in de keuken staan. Dat is knap. Het ene sluit het andere uiteraard niet uit.”
Ben: “We zien elkaar vaker in de privésfeer omdat onze vrije momenten met elkaar samenvallen. We hebben nog een zus die in de buurt woont maar in een geheel andere sector actief is. Ik zie haar veel minder in privésfeer dan mijn broer.”
Tim: “Als broers zien we elkaar buiten het werk. Dat is leuk maar ook een potentiële valkuil omdat een gesprek toch gemakkelijk uitmondt in conversaties over de sector. Dan mis je misschien iets van de echte privésfeer…”
Ben: “Akkoord, maar moesten we niet samenwerken zou ik je als broer veel minder zien en zou onze band minder hecht zijn. Onze zus zien we door deze situatie veel minder. Dat is jammer maar dat is de relatie in veel families. Je bent zo druk bezig dat er nog weinig tijd rest voor familie.”
Tim: “We spreken in onze vrije tijd vaak in familiale context over ons werk, over het restaurant, over gastronomie. Maar dat is niet erg. Dat is ons leven. We hebben van onze passies ons beroep gemaakt. Dat is een voorrecht. Er zijn ergere dingen in het leven. Maar als je in de privésfeer over het werk spreekt, komen wel dingen aan de oppervlakte die beter kunnen of nog niet ter sprake kwamen.”
Ben (lachend): “Dat streven naar altijd beter. Dat ligt in de aard van ons drieën.”
Inge: “Onze oudste dochter van 15 jaar is al eens komen werken in het restaurant. Ze was daar onmiddellijk mee weg. Ze vond het leuk maar ze wordt niet betrokken bij de zaak. Ze beslist uiteraard zelf wat ze later wil doen. Soms denk ik wel eens aan opvolging maar het houdt me niet bezig.”
Ben: “Mijn vrouw en ik hebben geen kinderen (droogjes). Enkel een hond (terug serieus). Het gaat niet enkel om opvolging maar ook om specifieke functies. Stel dat de oudste dochter van Inge en Tim de zaak zou overnemen als bijvoorbeeld gastvrouw, dan moet er nog een chef zijn die de keuken op dit niveau kan overnemen. ’t Is een goede vraag maar met het uitstippelen van de toekomst van onze zaak in die zin zijn we nog niet meteen bezig.”
Ben: “Wil je succes hebben, dan moet je niet te zeer focussen op een ideale work-life balans. Om succes te hebben, moet je voluit willen gaan. Het zoeken naar die work-life balans is goed na pakweg twintig jaar. Maar als het vinden van die balans het vertrekpunt is, denk ik niet dat je echt succesvol kan zijn. Horeca is op dat vlak nog traditioneel en ouderwets. Het is een bijzonder veeleisende sector.”
Tim: “Daarnaast is het belangrijk om stap voor stap te kunnen groeien en van in het begin goed omringd te zijn. Essentieel is steun krijgen van ouders die mee in je aanpak geloven, zich betrokken voelen en bijvoorbeeld mee voor de kinderen willen zorgen.”
Ben: “Eens je als familiebedrijf bent gestart, moet je ook flexibel kunnen zijn want doorheen de jaren kunnen een aantal zaken veranderen. Ik denk aan visies, doelstellingen of gezondheid – daar moet je ook rekening mee houden.”
Inge: “De verwachtingen van de gast moeten van in het begin altijd centraal staan. Maar je moet met elkaars verwachtingen blijven rekening houden. Empathie en diplomatie zijn belangrijk.”
Ben: “Je moet de tijd nemen én krijgen om gestaag te groeien. Het lijkt me wel veel moeilijker dan vroeger om een restaurant op te starten. Het draait niet enkel meer om het culinaire en de service maar eveneens om de locatie- en sfeerbeleving. Je moet op vele vlakken onderscheidend zijn.”
Tim: “Er wordt veel meer van een chef verwacht en daarom is volharden, naast expertise, essentieel om blijvend succes te hebben. We zijn vier dagen op zeven voor onze gasten open maar uiteindelijk ben je er zeven op zeven mee bezig. Ons team werkt elke week van woensdag tot zaterdag en is ook twee dinsdagen per maand actief met proeverijen van nieuwe producten, met specifieke opleidingen, teambuildingsessies en workshops om zo in een andere context met een aparte focus te blijven groeien in hun job.”
Inge: “Zo’n specifieke dagen zonder gasten breekt ook het klassieke ritme, zorgt voor nieuwe ideeën en geeft een andere vorm van energie. Zo’n aanpak maakt onze mensen en ons bedrijf sterker, werkt voor iedereen motiverend en zorgt voor een nog betere samenhang als team. Succes hebben op lange termijn is en blijft het resultaat van een sterk team.”
Delen Private Bank is gespecialiseerd in het beheer en de planning van vermogens. Als familiebedrijf en snelgroeiende onderneming is Delen bovendien sterk vertrouwd met de ondernemerswereld en familiale ondernemingen. Benieuwd hoe Delen Private Bank uw familiebedrijf kan ondersteunen? Ga naar www.delen.bank.